Tiende afdeling. Slotbepalingen
Artikel 360
Tegen de beslissingen van de
rechter, ingevolge de bepalingen van deze titel gegeven, staat geen hogere
voorziening open, behalve in de gevallen, waarin het tegendeel is bepaald, en
behoudens de mogelijkheid van cassatie in het belang der wet.
Artikel 361
1. De verzoeken, te doen ingevolge de
artikelen 292, eerste en derde lid, 315, eerste lid, 348, 349a, tweede lid,
350, eerste lid, 351, eerste lid, 355, eerste lid, en 358a, eerste lid, moeten
door een advocaat zijn ondertekend, behalve wanneer een verzoek wordt gedaan
door de bewindvoerder of, bij een verzoek ingevolge artikel 350, eerste lid,
door de schuldenaar.
2. Verzoekschriften op de voet van
artikel 33 van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening worden
ingediend door een advocaat.
3. Voor het instellen van beroep in
cassatie is steeds de medewerking nodig van een advocaat bij de Hoge Raad.