Titel III. Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
Vierde afdeling. De voorzieningen na de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling en de taak van de bewindvoerder
Artikel 322
De bewindvoerder geeft van de dagen,
uur en plaats bedoeld in artikel 289 onverwijld aan alle bekende schuldeisers
bij brieven kennis. Indien de schuldenaar een ontwerp van akkoord ter griffie
heeft neergelegd, wordt daarvan eveneens melding gemaakt.
Artikel 323
De bewindvoerder zorgt, dadelijk na
zijn benoeming, door alle nodige en gepaste middelen voor de bewaring van de
boedel. Tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt, neemt de bewindvoerder de
tot de boedel behorende bescheiden en andere gegevensdragers, gelden,
kleinodi?n, effecten en andere papieren van waarde tegen ontvangstbewijs onder
zich, behoudens voorzover het beheer daarover op grond van een beslissing als
bedoeld in artikel 296, derde lid, toekomt aan de schuldenaar.
Artikel 324
1. Artikel 94, eerste en tweede lid, is
van overeenkomstige toepassing.
2. Van de goederen bedoeld in artikel
295, vierde lid, wordt een staat aan de beschrijving gehecht.
3. De rechter-commissaris kan bepalen
dat de bewindvoerder een staat opmaakt als bedoeld in artikel 96 ter vervanging
van de staat bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder a.
Artikel 325
Een afschrift van de boedelbeschrijving en, indien
toepassing is gegeven aan artikel 324, derde lid, van de staat in dat
artikellid bedoeld, worden ter kosteloze inzage van een ieder neergelegd ter
griffie van de rechtbank die de schuldsaneringsregeling van toepassing heeft
verklaard.
De neerlegging geschiedt kosteloos.
Artikel 326? [Vervallen per 01-01-2008]
Artikel 327
De artikelen 99 en 102 tot en met
105 en 107 zijn van overeenkomstige toepassing.