Titel I. Van faillissement
Zevende afdeling. Van de vereffening des boedels
Artikel 173
1. Indien op de verificatievergadering
geen akkoord aangeboden of indien het aangeboden akkoord verworpen of de
homologatie definitief geweigerd is, verkeert de boedel van rechtswege in staat
van insolventie.
2. De artikelen 98 en 100 houden op van
toepassing te zijn, wanneer vaststaat, dat het bedrijf van de gefailleerde niet
overeenkomstig de volgende artikelen zal worden voortgezet of wanneer de
voortzetting wordt gestaakt.
Artikel 173a
1. Indien ter verificatievergadering
geen akkoord is aangeboden of indien het aangeboden akkoord is verworpen, kan
de curator of een ter vergadering aanwezige schuldeiser voorstellen, dat het
bedrijf van de gefailleerde worde voortgezet.
2. De commissie uit de schuldeisers,
indien deze er is, en, zo het voorstel is gedaan door een schuldeiser, de
curator geven hun advies over dit voorstel.
3. Op verlangen van de curator of van
een der aanwezige schuldeisers, stelt de rechter-commissaris de beraadslaging
en beslissing over het voorstel uit, tot een op ten hoogste veertien dagen
later te bepalen vergadering.
4. De curator geeft onverwijld aan de
schuldeisers, die niet ter vergadering aanwezig waren, kennis van deze nadere
vergadering bij brieven, waarin het ingediend voorstel wordt vermeld en hun
tevens de bepaling van artikel 114 wordt herinnerd.
5. Op deze vergadering zal, zo nodig,
tevens de verificatie plaats hebben van de schuldvorderingen, die na afloop van
de in artikel 108, n?. 1, bepaalde termijn zijn ingediend en niet reeds
ingevolge artikel 127 geverifieerd zijn. De curator handelt ten opzichte van
deze vorderingen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 111-114.
Artikel 173b
1. Het voorstel is aangenomen, indien
schuldeisers, vertegenwoordigende meer dan de helft der erkende en
voorwaardelijk toegelaten schuldvorderingen, welke niet door pand, hypotheek of
retentierecht zijn gedekt, zich daarvr verklaren.
2. In dit geval vindt, indien een
commissie uit de schuldeisers niet bestaat, artikel 75 overeenkomstige
toepassing.
3. Het proces-verbaal der vergadering
vermeldt de namen der verschenen schuldeisers, de door ieder hunner
uitgebrachte stem, de uitslag der stemming en al wat verder ter vergadering is
voorgevallen.
4. Gedurende acht dagen kan een ieder
ter griffie kosteloos inzage van het proces-verbaal vragen.
Artikel 173c
1. Indien binnen acht dagen, nadat de
homologatie van een akkoord definitief is geweigerd, de curator of een
schuldeiser bij de rechter-commissaris een voorstel indient tot voortzetting
van het bedrijf van de gefailleerde, zal de rechter-commissaris op door hem
terstond te bepalen dag, uur en plaats een vergadering van schuldeisers
beleggen ten einde over het voorstel te doen beraadslagen en beslissen.
2. De curator roept de schuldeisers,
ten minste tien dagen vr de vergadering, op bij brieven, waarin het ingediend
voorstel wordt vermeld en hun tevens de bepaling van artikel 114 wordt
herinnerd.
3. Artikel 173a, lid 2 en 5, alsmede
artikel 173b zijn van toepassing.
Artikel 173d
De curator en de schuldeisers kunnen
gedurende acht dagen na afloop der vergadering aan de rechtbank vragen, alsnog
te verklaren, dat het voorstel is aangenomen of verworpen, indien uit de
stukken zelve blijkt, dat de rechter-commissaris dit ten onrechte als verworpen
of aangenomen heeft beschouwd.
Artikel 174
1. De rechter-commissaris kan op
verzoek van een schuldeiser of van de curator gelasten, dat de voortzetting van
het bedrijf worde gestaakt. Op dit verzoek worden gehoord de commissie uit de
schuldeisers, indien deze er is, alsmede de curator, als het verzoek niet door
hem is gedaan.
2. Bovendien kan de rechter-commissaris
ieder schuldeiser en de schuldenaar horen.
Artikel 175
1. Indien een voorstel tot voortzetting
van het bedrijf niet of niet tijdig wordt gedaan of indien het wordt verworpen,
of de voortzetting wordt gestaakt, gaat de curator onmiddellijk over tot
vereffening en tegeldemaking van alle baten des boedels, zonder dat daartoe de
toestemming of medewerking des gefailleerden nodig is.
2. Niettemin kan de gefailleerde enig
huisraad, door de rechter-commissaris aan te wijzen, worden gelaten.
3. Ook in geval van voortzetting van
het bedrijf kunnen baten van de boedel, welke voor de voortzetting niet nodig
zijn, worden te gelde gemaakt.
Artikel 176
1. De goederen worden in het openbaar
of met toestemming van de rechter-commissaris ondershands verkocht.
2. Over alle niet spoedig of in het
geheel niet voor vereffening vatbare baten beschikt de curator op de wijze door
de rechter-commissaris goed te keuren.
Artikel 177
De curator kan ten behoeve der
vereffening van de diensten des gefailleerden gebruik maken, tegen een door de
rechter-commissaris vast te stellen vergoeding.
Artikel 178
Nadat de boedel insolvent is
geworden, kan de rechter-commissaris, op door hem te bepalen dag, uur en
plaats, een vergadering van schuldeisers beleggen, ten einde hen zo nodig te
raadplegen over de wijze van vereffening des boedels, en zo nodig de verificatie
te doen plaats hebben der schuldvorderingen, die na afloop van de in artikel
108, n?. 1 bepaalde termijn nog zijn ingediend en niet reeds ingevolge artikel
127 geverifieerd zijn. De curator handelt ten opzichte van deze vorderingen
overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 111-114. Hij roept de
schuldeisers, ten minste tien dagen vr de vergadering, bij brieven op, waarin
het onderwerp der vergadering wordt vermeld en hun tevens de bepaling van
artikel 114 wordt herinnerd.
Artikel 179
Zo dikwijls er, naar het oordeel van
de rechter-commissaris, voldoende gerede penningen aanwezig zijn, beveelt deze
een uitdeling aan de geverifieerde schuldeisers.
Artikel 180
1. De curator maakt telkens de
uitdelingslijst op en onderwerpt die aan de goedkeuring van de
rechter-commissaris. De lijst houdt in een staat der ontvangsten en uitgaven
(daaronder begrepen het salaris van de curator), de namen der schuldeisers, het
geverifieerde bedrag van ieders vordering, benevens de daarop te ontvangen
uitkering.
2. Voor de concurrente schuldeisers
worden de door de rechter-commissaris te bepalen percenten uitgetrokken. Voor
de schuldeisers die voorrang hebben, ongeacht of deze betwist wordt, en die
niet reeds overeenkomstig artikel 57 of 60 lid 3 voldaan zijn wordt het bedrag
uitgetrokken waarvoor zij batig gerangschikt kunnen worden op de opbrengst der
goederen waarop hun voorrang betrekking heeft. Zo dit minder is dan het gehele
bedrag van hun vorderingen, worden voor het ontbrekende - zo de goederen waarop
hun vordering betrekking heeft nog niet verkocht zijn, voor hun hele vordering
- gelijke percenten als voor de concurrente schuldeisers uitgetrokken.
Artikel 181
Voor de voorwaardelijk toegelaten
schuldvorderingen worden op de uitdelingslijst de percenten over het volle
bedrag uitgetrokken.
Artikel 182
1. De algemene faillissementskosten
worden omgeslagen over ieder deel van de boedel, met uitzondering van hetgeen
na een executie overeenkomstig artikel 57 of artikel 60, derde lid, tweede zin,
toekomt aan de pand- of hypotheekhouders, aan de schuldeisers met retentierecht
en aan de beperkt gerechtigden, huurders en pachters wier recht door de
executie is vervallen of verloren gegaan, maar met inbegrip van hetgeen
krachtens een zodanige executie aan de curator is uitgekeerd ten behoeve van
een schuldeiser die boven een of meer van voormelde personen bevoorrecht was.
2. De in het vorige lid genoemde
uitzondering geldt eveneens ten aanzien van luchtvaartuigen, welke
overeenkomstig de bepaling van artikel 59a door een schuldeiser zelf zijn
verkocht.
Artikel 183
1. De door de rechter-commissaris
goedgekeurde uitdelingslijst ligt gedurende tien dagen ter griffie van de
rechtbank ter kosteloze inzage van de schuldeisers.
2. Van de neerlegging wordt door de
zorg van de curator aan ieder van de erkende en voorwaardelijk toegelaten
schuldeisers schriftelijk kennis gegeven, met vermelding van het voor hem
uitgetrokken bedrag.
3. Van de neerlegging wordt door de
zorg van de curator aankondiging gedaan in het nieuwsblad of de nieuwsbladen
bedoeld in artikel 14, terwijl daarvan bovendien aan ieder der erkende en
voorwaardelijk toegelaten schuldeisers schriftelijk kennis wordt gegeven, met
vermelding van het voor hem uitgetrokken bedrag.
Artikel 184
1. Gedurende de in het vorige artikel genoemde
termijn kan ieder schuldeiser in verzet komen tegen de uitdelingslijst, door
inlevering van een met redenen omkleed bezwaarschrift ter griffie; hem wordt
door de griffier een bewijs van ontvangst afgegeven.
2. Het bezwaarschrift wordt als bijlage
bij de lijst gevoegd.
Artikel 185
1. Zo er verzet gedaan is, bepaalt de
rechter-commissaris, onmiddellijk na afloop van de termijn van inzage, de dag,
waarop het ter openbare terechtzitting behandeld zal worden. Deze beschikking
ligt ter griffie ter kosteloze inzage van een ieder. Bovendien doet de griffier
daarvan aan de opposanten en de curator schriftelijk mededeling. De dag van
behandeling mag niet later gesteld worden dan veertien dagen na afloop van de
termijn van artikel 183.
2. Op de bepaalde dag wordt ter
openbare terechtzitting door de rechter-commissaris een schriftelijk rapport
uitgebracht, en kan de curator en ieder der schuldeisers in persoon, bij
schriftelijk gemachtigde of bij advocaat de gronden uiteenzetten ter
verdediging of bestrijding van de uitdelingslijst.
3. Op dezelfde dag, of anders zo
spoedig mogelijk, geeft de rechtbank haar met redenen omklede beschikking.
Artikel 186
1. Ook een niet-geverifieerde
schuldeiser, zomede een schuldeiser, wiens vordering voor een te laag bedrag is
geverifieerd, doch overeenkomstig zijn opgave, kan verzet doen, mits hij
uiterlijk twee dagen vr die waarop het verzet ter openbare terechtzitting zal
behandeld worden, de vordering of het niet-geverifieerde deel der vordering bij
de curator indiene, een afschrift daarvan bij het bezwaarschrift voege, en in
dit bezwaarschrift tevens verzoek doe om geverifieerd te worden.
2. De verificatie geschiedt alsdan op
de wijze, bij artikel 119 en volgende voorgeschreven, ter openbare
terechtzitting, bestemd voor de behandeling van het verzet en voordat daarmede
een aanvang wordt gemaakt.
3. Indien dit verzet alleen ten doel
heeft als schuldeiser geverifieerd te worden, en er niet tevens door anderen
verzet is gedaan, komen de kosten van het verzet ten laste van de nalatige
schuldeiser.
Artikel 187
1. Van de beschikking der rechtbank kan
binnen acht dagen, nadat zij is gegeven, beroep in cassatie worden ingesteld
door de curator en door iedere schuldeiser.
2. Het beroep geschiedt bij een
verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de Hoge Raad. De Voorzitter
bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaats hebben
binnen twintig dagen. De griffier geeft van het beroep onverwijld kennis aan de
griffier van de rechtbank, welke de beschikking op het verzet heeft gegeven.
3. Het beroep wordt ter openbare
terechtzitting behandeld. De curator en alle schuldeisers kunnen aan de
behandeling deelnemen.
4. Door verloop van de termijn van
artikel 183, of, zo verzet is gedaan, doordat de beschikking op het verzet in
kracht van gewijsde is gegaan, wordt de uitdelingslijst verbindend.
Artikel 188
1. Door levering ingevolge verkoop door
de curator en de voldoening van de koopprijs gaan alle op het verkochte goed
rustende hypotheken teniet en vervallen de beperkte rechten die niet tegen alle
geverifieerde schuldeisers ingeroepen kunnen worden.
2. De rechter-commissaris geeft desverlangd
aan de koper een verklaring af van dit tenietgaan en vervallen. De verklaring
kan bij of na de levering in de registers worden ingeschreven. Zij machtigt dan
de bewaarder der registers tot doorhaling van de betrokken inschrijvingen.
3. Op verkoop, door de curator, van tot
de boedel behorende schepen, is artikel 578 van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering toepasselijk.
Artikel 189
1. De uitdeling, uitgetrokken voor een
voorwaardelijk toegelaten schuldeiser, wordt niet uitgekeerd, zolang niet
omtrent zijn vordering beslist zal zijn. Blijkt het ten slotte dat hij niets of
minder te vorderen heeft, dan komen de voor hem bestemde gelden geheel of ten
dele ten bate van de andere schuldeisers.
2. Uitdelingen bestemd voor
vorderingen, welker voorrang betwist wordt, worden, voorzover zij meer bedragen
dan de percenten over de concurrente vorderingen uit te keren, gereserveerd tot
na de uitspraak over de voorrang.
Artikel 190
Indien enig goed met betrekking
waartoe een schuldeiser voorrang heeft, wordt verkocht nadat hem ingevolge
artikel 179 in verband met het slot van artikel 180, reeds een uitkering is
gedaan, wordt hem bij een volgende uitdeling het bedrag waarvoor hij op de
opbrengst van goed batig gerangschikt is, niet anders uitgekeerd dan onder aftrek
van de percenten die hij reeds tevoren over dit bedrag ontving.
Artikel 191
1. Aan schuldeisers, die, ten gevolge
van hun verzuim om op te komen, eerst geverifieerd worden nadat er reeds
uitdelingen hebben plaats gehad, wordt uit de nog voorhanden baten een bedrag,
evenredig aan het door de overige erkende schuldeisers reeds genotene,
vooruitbetaald.
2. Indien zij voorrang hebben,
verliezen zij die, voorzover de opbrengst van de zaak, waarop die voorrang
kleefde, bij een vroegere uitdelingslijst aan andere schuldeisers bij voorrang
is toegekend.
Artikel 192
Na afloop van de termijn van inzage,
bedoeld bij artikel 183, of na uitspraak van het vonnis op het verzet, is de
curator verplicht de vastgestelde uitkering onverwijld te doen. De uitkeringen,
waarover niet binnen n maand daarna is beschikt of welke ingevolge artikel
189 gereserveerd zijn, worden door hem in de kas der gerechtelijke consignati?n
gestort.
Artikel 193
1. Zodra aan de geverifieerde
schuldeisers het volle bedrag hunner vorderingen is uitgekeerd, of zodra de
slotuitdelingslijst verbindend is geworden, neemt het faillissement een einde,
behoudens de bepaling van artikel 194. Door de curator geschiedt daarvan
aankondiging op de wijze bij artikel 14 bepaald.
2. Na verloop van een maand doet de
curator rekening en verantwoording van zijn beheer aan de rechter-commissaris.
3. De boeken en papieren, door de
curator in de boedel gevonden, worden door hem tegen behoorlijk bewijs aan de
schuldenaar afgegeven.
Artikel 194
Indien na de slotuitdeling ingevolge
artikel 189 gereserveerde uitdelingen aan de boedel terugvallen, of mocht
blijken dat er nog baten van de boedel aanwezig zijn, welke ten tijde der
vereffening niet bekend waren, gaat de curator, op bevel van de rechtbank, tot
vereffening en verdeling daarvan over op de grondslag van de vroegere
uitdelingslijsten.