Twee derde van de ruim tienduizend personeelsleden die een jaar geleden na het faillissement van V&D werden ontslagen heeft weer een baan, meldt het UWV. De uitkeringsinstantie komt tot deze conclusie na een analyse van de werksituatie van alle ontslagen medewerkers. Op dit hoopgevende resultaat valt het nodige af te dingen: nadere bestudering van het onderliggende rapport wijst uit dat de toekomst van de oud-V&D’ers er aanmerkelijker slechter uitziet dan voor het bankroet van het warenhuis.
Brede opzet
‘Merendeel ex-V&D’ers weer aan het werk,’ luidt de kop boven het op 21 december gepubliceerde UWV-rapport. Het UWV benadrukt de brede opzet van het onderzoek. Er is niet alleen gekeken naar de situatie van de 5.400 oud-personeelsleden die zich bij het UWV als werkzoekende lieten inschrijven of naar de 4.300 mensen aan wie een WW-uitkering werd toegekend. De studie had betrekking op alle ruim tienduizend medewerkers die na de dramatische ontknoping in december 2016 een ontslagbrief ontvingen, 5.230 personeelsleden van het warenhuis en 5.270 werknemers van restaurantketen La Place.
67 procent heeft weer een baan
Het goede nieuws is dat 67 procent van hen – binnen het volgens het UWV ‘cruciale’ eerste half jaar na het ontslag – weer een baan had gevonden; 17 procent ontving na zes maanden nog steeds een WW-uitkering, 16 procent zat thuis zónder uitkering en een kleine groep kwam in aanmerking voor AOW of een Ziektewetregeling. Vooral de detailhandel en de horeca boden kansen aan oud-V&D’ers: van de mensen die weer aan de slag gingen, kwam twee derde in deze branches terecht waaronder 1.100 medewerkers van La Place die na de overname door Jumbo hun baan konden hervatten. Een derde van de ex-V&D’ers verspreidde zich over sectoren als groothandel, transport, gezondheidszorg en uitzendbedrijven.
Pijn bij 50-plussers
Uit het UWV-rapport blijkt verder dat vooral jonge oud-werknemers er het best in slaagden snel nieuw emplooi te vinden. 61 procent van het voormalige personeel was jonger dan 25 jaar, 78 procent van hen heeft weer een baan. Ook de oud-V&D’ers van tussen de 25 en de 50 jaar (een kwart van het totaal) doen het goed: 64 procent van hen is weer aan de slag. De pijn zit bij de 50-plussers, die 14 procent van het personeelsbestand van V&D uitmaakten. Van deze groep had slechts 22 procent na een half jaar nieuw werk gevonden, 66 procent kreeg een WW-uitkering en 10 procent moest het zonder werk of uitkering stellen.
Type overeenkomst
Het totaalbeeld dat uit de analyse oprijst oogt hoopgevend, de inktzwarte scenario’s die na het massaontslag werden geschetst zijn niet bewaarheid. Totdat wordt ingezoomd op het type overeenkomst dat de oud-personeelsleden met hun nieuwe werkgever overeenkwamen. Had bij V&D 39 procent van de mensen een vast dienstverband, bij de nieuwe bazen is die zekerheid slechts voor 14 procent weggelegd. Werkte bij V&D 3 procent van het personeel op basis van een oproepcontract, bij hun nieuwe broodheren werkt 19 procent op oproepbasis.
‘Onzekerheid troef bij oud-V&D’ers’
Het naderende Oudjaar moet bij Peter Hilbers, de arbeidsmarktadviseur van het UWV die tekende voor het rapport, optimistische gevoelens hebben losgemaakt. Voor hetzelfde geld had hij er de kop ‘Onzekerheid troef bij oud-V&D’ers’ boven gezet. Ga maar na: 32 procent van de ontslagenen staat nog steeds op straat en van de mensen die wel nieuw werk wisten te vinden, heeft 86 procent geen vaste baan, 25 procent meer dan voorheen. Het zij Hilbers vergeven. Een lichtpunt in deze dagen met een overvloedig aanbod aan somber nieuws is meer dan welkom.