Is de stijging van het aantal faillissementen die het CBS rapporteert toeval of is er sprake van een trendbreuk? Robert Jan Blom over het opschoningseffect van de faillissementscijfers.
Extra zittingsdag
We waren er met z’n allen zo blij mee: al maanden achtereen daalde het aantal faillissementen. Eindelijk. Maar gisteren werden we opgeschrikt door het nieuws dat de faillissementsindex weer stijgt: volgens het CBS zijn er in juli 621 bedrijven en instellingen failliet gegaan, bijna 160 meer dan in juni. De rekenmeesters tekenen er wel bij aan dat de stijging enigszins is geflatteerd. In juli werkten de rechters een dag meer dan in juni: de extra zittingsdag gaf hen de gelegenheid meer faillissementen uit te spreken. In juli vorig jaar gingen nóg meer bedrijven op de fles (782) maar toch lijkt er nu sprake te zijn van een trendbreuk: de dalende lijn wordt onderbroken. Hoe kan dat?
Opschoningseffect
Vanaf het moment waarop de crisis startte, in september 2008, is het aantal faillissementen omhoog geschoten. De index steigerde met maar liefst 54 procent, van 6800 (2008) naar 10.500 over 2009. Het gigantische aantal schuldsaneringen (ca. 15.000) – in wezen ‘bijna-faillissementen’ met een duur van drie tot vijf jaar – is nog niet eens in dit getal meegenomen. Dat het aantal faillissementen zo uit de bocht vloog, heeft vooral te maken met het zogeheten opschoningseffect. De kredietcrisis schudde flink aan de boom: zwakke ondernemers die vroeger of later failliet zouden zijn gegaan, legden nu eerder het loodje.
Koffiedikkijkers voorspellen nieuwe crisis
Uiteindelijk zette het aantal faillissementen pas in 2013 een daling in: de zwakkere broeders, de gelukszoekers en de mini-bedrijfjes waar de economische samenleving toch niet op zat te wachten, waren er uit gefilterd. Alleen de sterkere ondernemers, zij die hun reserves juist tijdens een recessie inzetten wanneer de kosten laag zijn, bleven over. En nu stijgt het aantal faillissementen weer. Waarom? Is de crisis nog niet geluwd? In de media spreken koffiedikkijkers al over een nieuwe crisis, wat mij betreft een nodeloze voorspelling. De kredietcrisis is er immers nog steeds. Weliswaar is de economie met een paar tienden van procenten aangetrokken vanwege de relatief verbeterde exportpositie maar een paar zwaluwen maken nog geen zomer. En nu komt de export weer onder druk te staan omdat bedrijven in hun export naar Rusland worden belemmerd.
Landbouwbranche luidt de noodklok
In de landbouwbranche wordt de noodklok geluid. Een reeks groente- en fruittelers zou in hun bestaan worden bedreigd omdat zij hun tomaten en paprika’s niet meer in Moskou en Sint Petersburg kunnen afzetten. Zijn dat nu goede ondernemers? De telers die het hardst klagen zijn exporteurs die uitsluitend aan Rusland leveren. Ja, zij zullen als eerste failliet gaan, deze ondernemers hebben alle kaarten op één exportland gezet. Dom. De meest effectieve manier om bedrijfseconomisch te overleven is spreiding en nog eens spreiding. Afhankelijkheid van één klant maakt je uiterst zwak, je producten in één exportland afzetten maakt je kwetsbaar. Goed ondernemerschap betekent continu bezig zijn met spreiding, in alle opzichten. Met andere woorden: ook na de 50.000 faillissementen die we sinds 2008 hebben geteld, zijn er nog altijd een stel zwakke ondernemers. En de crisis, die blijft nog wel even voortduren. Volgens mijn koffiedik nog zeker een jaar of twee, drie.
Robert Jan Blom