Reisorganisatie OAD is failliet gegaan omdat huisbankier Rabo – tegen de afspraken in – de financiële strop steeds strakker aantrok.
Curatele van Bijzonder Beheer
Een paar miljoen euro. Dit bedrag was het verschil tussen voortbestaan of bankroet voor OAD, feitelijk een luttel bedrag voor het bijna negentig jaar oude reisconcern dat in 2012 nog een omzet boekte van 750 miljoen. In datzelfde jaar werd het verlieslijdende bedrijf onder curatele geplaatst van de afdeling Bijzonder Beheer van de Rabobank. De bank eiste van de directie een plan van aanpak om het bedrijf op termijn weer winstgevend te krijgen.
Plan van aanpak
Om het plan te implementeren werd Jan Brouwer aangetrokken, een retailexpert die naam maakte als CEO van supermarktketens C1000 en Laurus/Super deBoer. Maar terwijl Brouwer, die als adviseur een plek in de board had verworven, nog nauwelijks begonnen was met de uitvoering het plan, legde de Rabobank een nieuw eisenpakket op tafel. De tarieven gingen omhoog, pandrechten op bussen en kantoorpanden werden gevorderd en het vermogen moest binnen afzienbare tijd versterkt worden met een kapitaalinjectie van tien miljoen. En, alsof dit nog niet genoeg was, presteerde de bank het om te midden van alle onrust aan te kondigen dat zij de relatie met haar grote klant wilde beëindigen. OAD bankierde sinds 2003 bij de Rabo als gevolg van een afspraak waarbij OAD de reisbureaus van Rabo overnam.
Vijf voor twaalf
Plotseling was het vijf voor twaalf voor de directie. Er volgde een reeks gesprekken met investeerders, waaronder de publieke investeringsmaatschappij PPM Oost, maar niemand werd bereid gevonden tijdig te beurs te trekken. Alleen de familie Ter Haar, de enige aandeelhouder van OAD, wilde een additionele 2,5 miljoen in het bedrijf te steken. Toen de bank na het verstrijken van de deadline constateerde dat er een gat overbleef van 4,25 miljoen, trok de Rabo de stekker uit het concern. Gevolgen: 1755 werknemers verloren hun baan, een schadepost voor de Stichting Garantiefonds Reisgelden van zeventien miljoen euro en miljoenenverliezen bij touroperators in binnen- en buitenland.
Opkomst en ondergang van OAD
De kille handelwijze van de Rabobank staat centraal in een boekje dat morgen bij
het Financieel Dagblad verschijnt. Het document, geschreven door journalist Job Woudt, schetst de opkomst en ondergang van de grootste zelfstandige touroperator van Nederland. De Overijsselsche Autobusdiensten (OAD) werd officieel opgericht in 1942. Grondlegger Gerard ter Haar legde al in de jaren twintig het fundament toen hij zijn motor inruilde voor een bus en in Twente diensten begon te rijden op trajecten die het spoor niet bediende. Met zoon Jaap, ‘mister Oad’, achter het stuur groeide het familiebedrijf in de jaren zeventig en tachtig uit tot een grootmacht in de toerismesector.
Digitale schoenendoos
Sinds enkele maanden is de trots van het Overijsselse Holten, de vestigingsplaats van OAD, een prooi voor curatoren en juristen. In een voortgangsverslag dat onlangs werd gepubliceerd, beklaagden de boedelbewaarders - die van meer dan tienduizend schuldeisers vorderingen hebben ontvangen - zich over de rommelige administratie en complexe ICT-structuur die zij bij OAD aantroffen. De curatoren lieten weten forensische accountants, gespecialiseerd in het opsporen van economische en financiële delicten, aan het werk te hebben gezet in een poging wegwijs te raken in de ‘digitale schoenendoos’. Of zij daarbij sporen vinden die meer licht werpen op de schuldvraag rond het faillissement, is nog even afwachten.