Het aantal faillissementen in Nederland is in november 2024 wederom gestegen. Volgens cijfers van het CBS gingen er deze maand, gecorrigeerd voor zittingsdagen, 19 meer bedrijven failliet dan in oktober. Dit betekent een toename van 6 procent. De stijgende trend in faillissementen is al meer dan twee jaar zichtbaar en houdt aan. Over de eerste elf maanden van 2024 waren er ongeveer een derde meer faillissementen dan in dezelfde periode in 2023.
Langetermijnontwikkeling en pieken in faillissementen
Hoewel het aantal faillissementen per maand sterk kan fluctueren, is de langetermijntrend duidelijk. Na een piek in mei 2013, met 911 uitgesproken faillissementen, daalde het aantal gestaag tot augustus 2017. Vervolgens bleef het relatief stabiel tot medio 2020, waarna het in augustus 2021 een dieptepunt van 109 faillissementen bereikte. Sinds mei 2022 ligt het aantal faillissementen onafgebroken hoger dan een jaar eerder. In november 2024 kwam dit aantal uit op 341, een stijging ten opzichte van de 322 faillissementen in oktober.
Handel opnieuw zwaar getroffen
De handel was in november opnieuw de sector met het grootste aantal faillissementen: 66 bedrijven, goed voor 19 procent van het totaal. Hoewel dit een daling van 15 procent is vergeleken met oktober, blijft deze sector kwetsbaar vanwege het grote aantal ondernemingen binnen deze bedrijfstak. Relatief gezien was de industrie de zwaarst getroffen sector, met een faillissementspercentage dat hoger ligt dan in andere branches.
Sterke stijging in de bouw
Een opvallende ontwikkeling in november was de sterke stijging van faillissementen in de bouwnijverheid. Het aantal steeg van 45 in oktober naar 63 in november, een toename van 40 procent. Ook in de sector verhuur en overige zakelijke diensten was een stijging zichtbaar, van 15 naar 19 faillissementen. Andere sectoren, zoals de horeca en vervoer en opslag, zagen juist een aanzienlijke daling.
Regionale en economische gevolgen
De toename in faillissementen weerspiegelt een bredere economische trend waarin bedrijven steeds meer te maken krijgen met stijgende kosten, lagere marges en een afnemend consumentenvertrouwen. Voor sommige sectoren, zoals de financiële dienstverlening en gezondheidszorg, bleef het aantal faillissementen stabiel, terwijl andere, zoals cultuur, sport en recreatie, een daling lieten zien.