Aan erkenning geen gebrek. En aan klandizie al evenmin. Toch gaat Auberge Jean & Marie aan de Amsterdamse Albert Cuypstraat sluiten. De eigenaren hebben zélf faillissement aangevraagd. Voornaamste reden: personeelsgebrek.
Failliete topbistro kreeg vorig jaar nog hoge Franse onderscheiding
Eigenaren Jan Grijspeere en Marije Bremer hoefden niet lang te wachten op het moment dat hun kwaliteiten met de Franse cuisine werden opgemerkt. Al in 2017, een jaar na de opening, werd de auberge door het publiek en een vakjury uitverkoren tot ‘Fijnste Franse restaurant van Nederland’. Sindsdien regen ze de titels aaneen als rookworsten aan een stok. Er volgde eervolle vermelding in de Gault & Millau gids, een prestigieuze Bib Gourmandwaardering van Michelin en vorig jaar reikte de Franse ambassadeur zelfs een koperen plaquette uit waarop stond dat de zaak zich voortaan met de zeldzame titel World’s French Restaurant mocht tooien.
Schrijnend personeelsgebrek nekt Amsterdams toprestaurant
‘Een restaurant met een sfeervolle ambiance, een fantastische bediening met oog voor elk detail (…)’, een ‘verfijnde menukaart met liefdevol bereide authentieke gerechten en gemoderniseerde klassiekers die je telkens weer van je stoel blazen.’ Met teksten waar elk ambitieuze eetgelegenheid een moord voor zou doen, prees de jury de auberge het gastronomische sterrenstelsel in. Toch was het niet genoeg voor Jean & Marie. Anders gezegd, misschien was het juist teveel. De zaak zo liep zo goed dat zowel in de keuken als in de bediening een schrijnend personeelstekort ontstond. De eigenaren runden de zaak maandenlang met één medewerker, een vriend zonder horeca-ervaring en elkaar.
Toprestaurant geveld door gevolgen coronamaatregelen
Het personeelstekort werd aangewakkerd door de draconische coronamaatregelen. Het aantal zitplaatsen werd gehalveerd. Door de lockdowns gaven veel horecamensen de moed op en kozen voor werk in een andere sector. De leningen die Grijspeere en Bremer sloten om deze barre tijd door te komen gaven de eigenaren tenslotte de nekslag. ‘Ze hingen altijd als een zwaard van Damocles boven ons hoofd,’ zegt Marije Bremer tegen
Het Parool. ‘Je denkt: ik zie het wel, maar nu moesten we ze toch echt gaan terugbetalen. De komende tijd lopen die kosten op tot zo’n vijf- à zesduizend euro per maand. En de winkel die we naast ons restaurant openden in coronatijd, was helaas niet meer zo druk als gehoopt.’
‘We stoppen met opgeheven hoofd’
De veelal trouwe gasten reageerden ontdaan op het nieuws over de sluiting. Maar volgens Bremer is het faillissement onontkoombaar. “We stoppen, maar wel met opgeheven hoofd. We hebben altijd keihard gewerkt, veertien uur per dag. We hebben er alles aan gedaan.’