Door te weigeren mee te werken aan een rechtmatige vergunningaanvraag heeft de gemeente Grave de plaatselijke scheepswerf het faillissement in geduwd. Hierdoor raakten de 65 personeelsleden hun werk kwijt. Over de schuldvraag is tien jaar geprocedeerd. De voormalige eigenaar van de werf is nu door de Hoge Raad in het gelijk gesteld.
Failliet door ambtelijk geklungel Grave
De Scheepswerf Grave b.v. ging in 2012 failliet als gevolg van ambtelijk geklungel rond het verlenen van een vergunning. Volgens een in 1995 verleende milieuvergunning mochten er op de werf alleen schepen worden gebouwd tot de standaardlengte van 110 meter. Omdat de vraag naar deze schepen afnam, vroeg de werf aan het stadhuis vrijstelling om schepen tot 135 meter te mogen bouwen. De gemeente wilde de bouw van de grotere schepen alleen gedogen.
Werf moest opdracht voor cruiseschepen laten lopen
Voor de werf hield deze toezegging een te groot risico in: de gemeente zou alsnog kunnen besluiten tot handhaving van de oorspronkelijke vergunning over te gaan. Door de langdurige onzekerheid moest het bedrijf een opdracht om twee grote cruiseschepen te bouwen aan zich voorbij laten gaan. Directeur Rob van Kessel zag zich genoodzaakt voor zijn mensen een ontslagvergunning aan te vragen en bij de rechter een verzoek tot uitstel van betaling in te dienen.
Besluitvorming Grave leidde tot faillissement werf
Drie jaar na het faillissement begon curator Remco Michielsen van Van As Advocaten namens de schuldeisers een juridische procedure. Naar zijn idee had de treuzelende besluitvorming van de gemeente de continuïteit van de werf in gevaar gebracht. Ook in de rechtszaal liet Grave zich van zijn koppigste kant zien. Nadat het gerechtshof in Den Bosch oordeelde dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld, stelde de gemeente cassatie in bij de Hoge Raad. Een paar dagen geleden veegde ook het hoogste rechtscollege de ambtenaren uit Grave de mantel uit.
Schade voor Grave kan oplopen tot tien miljoen euro
Na de uitspraak verspreidde de gemeente het bericht dat de schadevergoeding maximaal twee miljoen euro zou bedragen conform het faillissementstekort uit de faillissementsverslagen. Curator Remco Michielsen gaat echter uit van een veel hoger bedrag. De gemeente moet niet alleen de resterende vorderingen van de faillissementscrediteuren vergoeden, ze is ook aansprakelijk voor de schade die de vennootschap zelf is toegebracht. In opdracht van Michielsen brengt een expert de omvang momenteel in kaart. De curator vermoedt dat de schade voor de gemeente kan oplopen tot tien miljoen euro.