Voor met schulden overladen particulieren vallen de feestdagen vroeg dit jaar. Aanmaningen, aflossingen, deurwaarders? Als het aan het kabinet ligt, zijn schuldenaren er straks even van verlost zodat ze tijd krijgen hun financiën op orde te brengen. Onze columnist Robert Jan Blom gruwt van dit beleid: ‘Waar blijft het eigen schuld, dikke bult-principe?’
Populariteit opvijzelen
Wie dik in de schulden zit, verstopt zich doorgaans liever onder de stoeptegels zodra de dure decembermaand nadert. Dit jaar zal dat anders zijn. Want, staatssecretaris Klijnsma en minister Van der Steur, de minst gewaardeerde bewindslieden uit het kabinet-Rutte, hebben gemeend hun populariteit te moeten opvijzelen door stemmen te ronselen in de kringen der
have-nots. Een tactisch besluit. Er zijn vele miljoenen kiezers die stemmen op de politicus die het gulst voor Sinterklaas speelt. Klijnsma en Van der Steur blazen graag hun partijtje mee. Ze vinden dat er een te gure wind waait rond de stakkers die tot aan hun nek in het financiële moeras zitten. Steeds maar weer aanmaningen, dreigende telefoontjes en de voortdurende angst voor een plotselinge bons op de deur – een mens heeft toch ook het recht om even op adem te kunnen komen?
Aantal mensen met probleemschulden drastisch gestegen
Of het met de wellicht meer begripvolle stadhuisambtenaren te maken heeft, weet ik niet maar, sinds de gemeenten in 2012 de schuldhulpverlening organiseren, is het aantal mensen met probleemschulden drastisch gestegen. Van een op de negen huishoudens in 2009 naar een op de vijf in 2015. De gemiddelde schuld waarmee mensen zich bij de gemeente melden, bedraagt een kleine 40.000 euro. Heel vervelend natuurlijk, al die sores, maar niet onoverkomelijk. Met een dosis goede wil en inzet kan die schuld verdwijnen. Niet als sneeuw voor de zon, eerder als een gletsjer in de Alpen: langzaam doch onmiskenbaar. Een hulpverlener inventariseert de situatie, beoordeelt de verdien- en aflossingscapaciteit van de schuldenaar en probeert met de crediteuren een haircut overeen te komen. De gemeente kan een aflossingskrediet beschikbaar stellen zodat de schuldeisers tegen finale kwijting ineens een bedrag terugkrijgen. Als zij zich daar niet mee kunnen verzoenen, kan de rechter hen hier alsnog toe verplichten door een dwangakkoord op te leggen. In het slechtste geval belandt de particulier in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. In drie tot vijf jaar mag hij dan aflossen wat hij kan, na die periode vervallen alle overgebleven schulden en kan de schuldenaar met een schone lei beginnen.
Adempauze
Al heb je voor tienduizenden euro’s spullen besteld terwijl je wist dat je het niet kon betalen en al zijn er tientallen winkels en leveranciers benadeeld door je financiële wanbeleid, met dit coulante instrumentarium ben je in staat uit de schulden te komen. Schuldenaren worden daarmee behoorlijk in de watten gelegd en toch willen Klijnsma en Van der Steur hen nog wat meer verwennen. De gemeentelijke hulpverlener kan straks bij de rechter om een ‘adempauze’ vragen, een moratorium van maximaal zes maanden waarin de brievenbus verschoond blijft van dreigbrieven en de deurwaarder een straatverbod krijgt. Zeg maar een surseance voor onder een schuldenberg bedolven particulieren. En dat is nog niet alles. Het hart van minister Asscher is zo begaan met het lot van de arme uitkeringsfraudeur dat hij de straffen op het stelen uit de staatsruif minder streng wil maken. Terugvorderen, een hogere boete bij herhaalde fraude – het kan allemaal wel wat minder streng, vindt de bewindsman die twee weken geleden de meerderheid van de Tweede Kamer wist te winnen voor het versoepelen van de regels.
Waar blijft het eigen schuld, dikke bult-principe?
Kortom, voor schuldenaren en uitkeringsfraudeurs breken de feestdagen aan. De vlag kan worden gehesen, om drie redenen:
- Schuldsanering eindigt bijna altijd met de kwijtschelding van schulden.
- Je krijgt recht op een half jaar ‘adempauze’.
- Als je de zaak beduvelt, kom je er gemakkelijker mee weg.
En zo worden er steeds weer nieuwe maatregelen bedacht om particuliere schuldenaren uit de wind te houden. Ik zet mijn vraagtekens bij deze ontwikkeling. Waarom? Omdat het eigen schuld, dikke bult-principe steeds verder uit zicht verdwijnt. Bij mijn onderzoeken naar de oorzaken en effecten van schuldsanering, heb ik vastgesteld dat tachtig procent van de particuliere schulden simpelweg ontstaat door een te ruim uitgavenpatroon. Denk aan auto’s, internetaankopen en vakanties. De resterende twintig procent is het gevolg van echtscheiding: ander huis kopen, tweede gezin stichten, alimentatie betalen, enzovoorts. Op zich is het een heel sociale gedachte om de schuldenaar de hand toe te steken maar wie is daarmee gediend? Ondernemers zullen alleen maar terughoudender worden. Op krediet leveren is er straks niet meer bij, helemaal niet wanneer ze geen deurwaarder mee mogen inschakelen. Ook banken en verhuurders zullen de consument meer gaan wantrouwen, immers, voordat je het weet ontstaat er een niet te innen schuld. Vergeet niet dat een kwart van alle faillissementen wordt veroorzaakt door niet-betalende klanten.
Robert Jan Blom