Heeft de jury van de Jonge Ondernemersprijs zitten slapen? Letten ze niet op cijfers en zijn ze in katzwijm gevallen voor de charme van de met een karakteristieke sik getooide metaalondernemer Rudy Olijve? Door deze Oosterwoldse zakenman uit te verkiezen heeft de jury de prijs geridiculiseerd en zichzelf belachelijk gemaakt. Zes maanden nadat hij de Jonge Ondernemersprijs van het Noorden in ontvangst nam, is hij failliet.
Self made man
‘De jury is onder de indruk van deze ‘self made man’ en de wijze waarop hij, met schijnbaar gemak, in drieëneenhalf jaar Olijve Metaal heeft laten groeien tot een bedrijf met dertig medewerkers en een miljoenenomzet die elk jaar groeit met meer dan tweehonderd procent. Rudy beschikt over onderscheidende gaven in zijn werkgeverschap, waarin expliciet vertrouwen in zijn medewerkers, het generen van nieuwe ideeën op de werkvloer en gezonde zelfreflectie centraal staan. In de ogen van de jury zet Rudy Olijve een nieuwe standaard voor jong ondernemerschap; met lef en een groot hart voor mensen.’
Onzichtbare hand
Miljoenenomzet, gezonde zelfreflectie, hart voor mensen… Het zijn woorden die in retrospectief als boemerang op de jury terugslaan. Op de avond van 4 juni 2014, in het Martiniplaza in Groningen, sprak juryvoorzitter Eise van der Sluis deze loftuitingen uit. Tijdens de ‘Nacht van de Uitblinkers’, een evenement dat plaatsgreep tijdens de Week van de Ondernemer, werd voor de dertiende keer de Jonge Ondernemers Prijs uitgereikt aan Rudy Olijve, directeur van Olijve Metaal bv uit het Friese Oosterwolde. Daar, in dat uit de kluiten gewassen dorp, gelegen in het ruime land tussen Drachten en Assen, vond niets minder dan een wonder plaats, zo had de zevenkoppige beoordelingscommissie ontdekt. Ja, het was alsof een onzichtbare hand Olijve Metaal behoedde voor de crisis die elders zo genadeloos toesloeg in de bouwbranche. Gemeenten, boeren, transportbedrijven: iedereen wist moeiteloos de weg te vinden naar Oosterwolde. Op het zesduizend vierkante meter grote productieterrein werd maandelijks rond de vierhonderd ton aan staal geprepareerd. Overal in het land, en ook in het buitenland, schroefden en lasten Olijve’s behendige medewerkers ter plaatse ingenieuze bouwwerken in elkaar. Staalconstructies voor sporthallen, overkappingen voor benzinestations, stallen, hekken, trappen, balustrades, ga zo maar door.
Verhaal van gebakken lucht
En opeens is alles voorbij. Gisteren heeft de rechtbank Noord-Nederland Olijve Metaal failliet verklaard. Curator Tinco Detmar van het Friese Machiels Advocaten doet wat de jury kennelijk heeft nagelaten: hij werpt een blik in de boeken. Conclusie: de successtory van Olijve is een verhaal van gebakken lucht. Op veel projecten werd verlies geleden. Aan leveranciers staat een schuld uit van zeven ton, de Rabobank Heerenveen heeft nog twee ton tegoed. Oorzaak: beroerd rekenwerk. ‘De omzet groeide van drie keer niks naar vijf miljoen in een paar jaar tijd,’ zei Ditmar tegen de Leeuwarder Courant. ’Maar stelselmatig zijn de kosten te laag gecalculeerd. Er werden te weinig uren in rekening gebracht, en het materiaal bleek soms duurder dan geraamd.’ De kans op een doorstart acht hij miniem. De dertig medewerkers zijn hun baan kwijt. De bewierookte ondernemer Rudy Olijve ziet de mist optrekken en staat in zijn hemd.
Objectieve criteria
Zo mogelijk nog pijnlijker is het failliet voor de jury van de Jonge Ondernemersprijs. Hoe hebben zij deze kandidaat met zijn klaarblijkelijk opgeklopte cijfers deze prestigieuze onderscheiding kunnen opspelden? Want, anders dan de wat ongelukkige afkorting JOP – zoals de prijs in noordelijke ondernemerskringen bekend staat – doet vermoeden, gaat het hier niet om een lauw handje van de burgemeester of een serenade van de fanfare. De JOP wordt gedragen door sponsoren als de gemeenten Leeuwarden en Groningen, Kamers van Koophandel, ING Bank en KPMG. Aan de verkiezing zijn bedrijfsbezoeken voorafgegaan, de kandidaten zijn beoordeeld op basis van ‘objectieve criteria’ en ‘verschillende uitvalshoeken’, zo staat er op de site van JOP te lezen. En de jury bestaat bepaald niet uit een stel uitgerangeerde gelukzoekers. Neem voorzitter Eise van der Sluis, in het dagelijks leven directeur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, een lobby- en adviesclub die zichzelf afficheert als ‘managementautoriteit’, ‘makelaar in netwerken’ en belangenbehartiger van de economie van Noord-Nederland. Of neem jurylid Jaco Koopmans, de gelouterde rayondirecteur MKB van ING Groningen/Assen: toch ook een man waarvan je mag verwachten dat hij verder kijkt dan zijn neus lang is. Hetzelfde geldt voor Sandra Heinkens die als manager MKB Praktijk van KPMG aan de van likmevestje beoordeling deelnam. Evenals de vier andere juryleden, waaronder twee voorgaande prijswinnaars, lieten zij zich in de luren leggen. Hoe en waarom is vooralsnog niet duidelijk. Verwacht wordt dat de jury binnenkort een verklaring naar buiten brengt waarin zij verantwoording aflegt over de beraadslagingen die een bijna-failliete ondernemer in het zonnetje zette.