Actuele informatie over faillissementen en surseances

 

Zo zal het sprookje van V&D eindigen

Door:
Robert Jan Blom
  |  6 januari 2016
Curatoren, klanten met cadeaubonnen, leveranciers, personeel, vastgoedeigenaren: allemaal klampen ze zich gretig vast aan het sprookje dat een ‘doorstartend’ V&D kan blijven voortbestaan. Robert Jan Blom helpt hen uit de droom. Hij verklapt bij deze hoe het sprookje af zal lopen: wreed.

Lage, vaste prijzen

Er waren eens twee heren. De een heette Vroom, de ander Dreesmann. De twee Amsterdammers, beiden ondernemer, vonden de service in winkels onder de maat. Als klant moest je onderhandelen over kortingen en je kon je spullen ook niet meteen afrekenen. In die tijd, dit verhaal speelt zich af aan het eind van de negentiende eeuw, was het namelijk gebruikelijk dat klanten op rekening betaalden. Vroom en Dreesmann zeiden tegen elkaar: ‘Laten we een winkel beginnen met vaste lage prijzen die voor alle klanten duidelijk zijn. En, laten we ervoor zorgen dat de mensen hun artikelen meteen contant kunnen betalen – misschien kunnen we een kassa op de toonbank zetten?’ In 1887 opende het innovatieve tweetal zijn eerste winkel in Amsterdam. Klanten reageerde enthousiast waarop ze besloten ze ook in andere plaatsen te beginnen, in Den Haag, Arnhem, Utrecht en nog veel meer steden.

Conglomeraat

Lang ging het goed, uitstekend zelfs. Hun kinderen, neven en nichten wisten van Vroom & Dreesmann, zoals ze het bedrijf noemden, uit te bouwen tot een toonaangevend warenhuis. Onder leiding van de meest talentvolle nazaat, kleinzoon Anton Dreesmann, groeide de onderneming in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw uit tot een heus conglomeraat, Vendex International, dat warenhuizen (V&D, HEMA, Bijenkorf), supermarkten (Edah, Konmar), uitzendbureaus (Vedior, Dactylo), bungalowparken (Vendorado), doe-het-zelfketens (Praxis) en zelfs een Braziliaanse bank omvatte. Risicospreiding, zo luidde het adagium van deze telg. ‘Ik weet zeker dat dit bedrijf kapot was gegaan als ik de diversificatie van het concern niet had doorgezet,’ zei hij in 1983 tegen Vrij Nederland. ‘Ik heb de risico’s zo breed gespreid dat we niet snel in een luchtzak zullen duikelen.’

Boze wolven

Toch ging het geleidelijk aan mis. Was het hoogmoed? Werd het vlechtwerk van nv’s onbestuurbaar? De winsten namen af. De directie krabde zich op achterhoofd, vroeg een loonoffer aan de personeelsleden maar het was niet genoeg. In 2004 kwamen de boze wolven uit Amerika. Ze wisten heel Vroom & Dreesmann op te kopen voor 1,4 miljard euro. Veel geld maar, de Amerikanen hadden hun huiswerk goed gedaan.

Binnen anderhalf jaar hadden ze hun aankoopsom bijna terugverdiend: ze verkochten de 73 winkelpanden van het concern door voor 1,3 miljard. En V&D? V&D  moest voortaan huur betalen aan de nieuwe vastgoedeigenaren. Later, in 2010, werden ook de winkels verkocht aan een andere boze wolf, Marc Leder, een financier uit Florida die is gespecialiseerd in scratch and dent deals ofwel het op- en doorverkopen van onder-presterende bedrijven. Er werden nieuwe afspraken gemaakt en bij sommige vestigingen draaide het al stukken beter maar aan het eind van 2015 hadden Leder en zijn makkers genoeg van hun Hollandse speeltje. Misschien konden ze nog meer verdienen wanneer ze de stekker eruit trokken.

Epiloog

Nog is het sprookje van de twee ondernemers uit Amsterdam niet voorbij. Er moet nog een epiloog worden geschreven. Ik zal u vast vertellen hoe het af gaat lopen. Een deel van de V&D-winkels wordt verkocht. Curatoren zullen over een ‘doorstart’ spreken maar het gaat om de overname van een failliete boedel. De nieuwe eigenaren schrijven nieuwe wetten uit. Bestaande huurovereenkomsten worden omgezet in contracten met veel lagere tarieven. Bestaande voorraden worden voor een habbekrats overgenomen. Bestaande arbeidsvoorwaarden worden geschrapt. Van de tienduizend werknemers behouden een paar duizend hun baan. Ouderen vallen af, te duur. Jongeren mogen blijven mits ze genoegen nemen met een minimum loontje. Misschien krijgen de winkels een andere naam, misschien modderen ze nog een paar jaar voort onder de besmeurde vlag van V&D. Maar uiteindelijk zal dit sprookje eindigen. Helaas niet met een happy end. Er zal geen jager voorbij komen om de buik van de boze wolven open te snijden. Naast het leeg gevreten karkas zullen de roofdieren soezerig achterover leunen in de zon.

Robert Jan Blom

Meer nieuws over dit onderwerp
V&D online: nepnieuws over lijkenpikkers Robert Jan Blom | 12-09-2018
V&D en het gezwets over niets Robert Jan Blom | 26-07-2016

Volg het laatste nieuws en insolventies via Twitter
Volg het laatste nieuws en insolventies via Facebook
  • Binq Media B.V., Media Park, Locatie Heideheuvel H1, Mart Smeetslaan 1, 1217 ZE Hilversum, Nederland